Investeren als single

Tja, nu ben ik toch al weer heel wat jaartjes single. En het lijkt er verdomd veel op dat het me bevalt. Het is bijna… alsof je die constatering doet, dat jij – zelf – de enige échte bent.

Er is dus veel voor te zeggen, investeren in louter jezelf. Dat pad dat je willekeurig en bewust kiest, omdat je links, rechts en om je heen bent opgegroeid in een huisje-boompje-beestje-omgeving. Die vanzelfsprekendheid waarmee men een partner kiest, dat heeft er waarschijnlijk bij mij nooit ingezeten. Die Russische Roulette, dat spel dat mensen spelen en liefde noemt, laat ik fijn links liggen.

Vooral geen haast maken

Laatst vroeg iemand me nog wanneer ik dan eindelijk eens die stap zou gaan wagen, en ik prees mezelf gelukkig dat ik die haast niet meer heb. Ik hoef met mijn 49 levensjaren immers geen kids meer op deze aardkloot te zetten.

En als je mij vraagt wat de grootste blokkade voor het welzijn van een vrouw werkelijk is, moet ik je wijzen op haar biologische klok. Op basis daarvan, maakt de vrouw immers keuzes die niet zozeer in het belang zijn van haarzelf, maar meer betrekking hebben op haar toekomst. Terwijl er geen enkele garantie bestaat, dat die toekomst uitwijst, dat een biologische klok haar dat geluk, geborgenheid en liefde zal brengen. Immers, je familie kun je niet kiezen, je vrienden wél, en vergeet dat nooit, dat investeren in jezelf.

Kiezen voor jezelf

Het is even flink aanpoten geweest, de eerste jaren, om een min of meer gerichte versie en ongeleid projectiel imago van mezelf neer te zetten. Ik werd bijna altijd met de nek aangekeken, want als single vrouw word je behoorlijk argwanend op afstand gehouden door Jan en alleman. Flirten mag wel, maar dan nog ben je als vrouw altijd degene – want zo zijn de heren nu eenmaal, althans dat mogen ze graag dénken – die de status van hoer meekrijgt.

Die situatie veranderde abrupt toen het fenomeen scheiding loskwam. Ineens ben je dan geen loslopend en ietwat vreemd exemplaar meer. Ineens ben je een van de velen die bij de lokale super constateert dat die populariteit en explosie aan éénpersoonsstampotten zo gek nog niet is.

Geluk in jezelf omarmen

Tegelijkertijd besef je dat dat willekeurige swipen op Tinder dan eindelijk de functie is, waarnaar je zolang op zoek bent geweest. Al die foto’s van die heren met hun kids erbij kun je dan fijn wegbonjouren, omdat je weet dat ook zij diezelfde keuze voor zichzelf na hun scheiding hebben gemaakt. Nadien zelfs opgelucht bent als je na een avondje heftig chatten met een fraai manspersoon, weer veilig en alleen in je eigen bed belandt. En dat je bij jezelf dat geluk, de geborgenheid en liefde vindt.

Genezing

Dat moment dat ik wist dat ik het geluk al had gevonden, was toen ik me realiseerde, dat het niet uitmaakt of het glas half vol of half leeg is, zolang ik dat zelf maar aan kan vullen. Het is pas crisis dus, als de wijn op is…

Opluchting

‘Ik ben blij dat jij zo fijn de weg weet in mijn keuken,’ aldus een van mijn eerste serieuze vriendjes. Ik moet toen een jaartje of 21 geweest zijn. En zijn opmerking bezorgde me niet alleen direct de koude rillingen, maar ook de wens om te vluchten. Dat deed ik. Ik vluchtte, niet alleen voor die relatie, maar ook voor alle overige perikelen die schijnen te horen bij het huisje-boompje-beestje-principe.

Sindsdien is mijn niettemin licht ontvlambare aard wel verwikkeld geweest in wat kortstondige verliefdheden. Maar dat nam af, zodra bleek dat van mijn kant een soortement van ‘vrouwelijke’ kant werd vereist. Die van zorgen voor, schoonmaken, en de hoer spelen als het de man goed uitkwam.

Laatst kwam ik dit eerste vriendje tegen bij de HEMA. Ik besteeg de trap richting het restaurant, gelegen op de eerste verdieping, of was het een spoedje richting het toilet? En prompt stond daar in vol ornaat hij die letterlijk was uitgedijd tot onmogelijke proporties. Hij droeg een trainingsbroek, waarschijnlijk omdat geen andere broek hem nog fijn zat, afgetrapte schoenen, een oud vies shirt, had een stoppelbaardje (die ik bij elke andere man woest aantrekkelijk vind, maar bij hem dus niet) en zag er wat verfomfaaid uit. Terwijl hij zijn best deed om heel stoer mijn telefoonnummer te noteren in zijn telefoontje, werd ik plots gewaar van het timide vrouwtje dat naast hem stond. En het koter, een meisje, dat moest doorgaan voor hun dochter.

Ik kan je niet zeggen, welk een opluchting zich van mij meester maakte op dat moment. Eigenlijk was ik blij voor hem dat hij toch iemand gevonden had die hem ‘verzorgde, voor hem schoonmaakte, en zelfs – al was het maar één keer – zich had laten verleiden.’

Nog blijer was ik, dat ik destijds al een heldere blik had gehad. En zo jong nog. En elke keer als ik van vrienden en kennissen hun relatieperikelen tot aan vechtscheidingen aan toe mag aanhoren, is opnieuw die opluchting daar.

Dat neemt niet weg, dat ik me af en toe flink zorgen maak over mijn eigen oude dag. Ik bedoel, alleen is maar alleen. Al zucht ik dan maar eens fijn dat er geen gekraai loeit als de was zich eens opstapelt, mijn diner bestaat uit voor mij lekkere dingen, en ik mijn katten volledige aandacht kan schenken, zonder gezeur over een plotseling opkomende allergie daarvoor.

Nog steeds denk ik, dat ik mijn leven bewuster dan onbewust zo heb ingericht en dat ik me in die single hoedanigheid gelukkig mag voelen. Waarbij alleen het schijnbaar onmogelijke mogelijk wordt…