#WOT deel 8: sprookjes

Een lach en een traan, dat was mijn vader. En ja, zo is het leven ook. Dat is precies wat hij mij geleerd heeft in al die jaren dat hij voor mij van betekenis mocht zijn. Ergens probeerde hij mij ervan te overtuigen dat Logica iets is wat je kan redden, doodgewone nuchterheid, in dagen waarin de Lach ver verstopt ligt achter… Ja waar achter eigenlijk? Mijn vader had talent voor wat ik gortdroge humor noem. Hij zei niet veel – eigenlijk – maar als hij al wat zei, dan was het raak en lag je gevouwen om zijn inzicht.

Ik mis dat.
Volgens mij al vijf jaar lang.

Tegelijkertijd besef ik dat ik vaak pracht en praal zoek in sprookjes. Zo had ik toen ik jong was al helden, ze heetten The Beatles. En ik kon úrenlang vertoeven in een van Haarlems mooiste boekwinkels De Vries, bij de boekensectie over Entertainment. Ik sloeg boek na boek open, las daar vaak hele hoofdstukken, zonder er ooit op te worden gewezen dat die boeken er lagen om gekocht te worden.

Ik zocht sprookjes. Verhalen. Ik zocht op waarom die mensen – juist zij – mij zo konden boeien. En elke keer wist zo’n boek me te triggeren het na lang wikken en wegen toch weer te kopen. Ik kocht sprookjes.

Het #WOT-woord van vandaag is:

Sprookjes ~ 1) Bedacht verhaal 2) Bedenksel 3) Berijmd verhaal 4) Epiek 5) Fabel 6) Fabeltje 7) Fictie 8) Gefantaseerd verhaal 9) Gefantaseerde vertelling 10) Idylle 11) Legende 12) Leugen 13) Literair genre 14) Onwaarheid 15) Onwaarschijnlijk verhaal 16) Overgeleverd verhaal 17) Overlevering 18) Spreukje 19) Sprookjesverhaal 20) Verdicht dierenverhaal

Nog steeds, als ik down and out ben heb ik behoefte aan het herlezen van mijn verzameling van die boeken. Ze houden me in wezen op gang, want ze vertellen me ook hoe het wél kan.

Legendes en de daarbij overgeleverde verhalen – wat anderen sprookjes noemen – hebben dus een bepaalde kracht voor mij, maar tegelijkertijd besef ik dat ze de hele mensheid dienen.

The Beatles betekenden voor mij in eerste instantie een lach en traan vanwege hun humor en muziek. Hun humor was er een die ik nog steeds zoek en niet vind in de jongere generaties artiesten. Tranen, joh, die zijn er overal in overload en té veel, lijkt wel. Humor… die moet je tegenwoordig blijkbaar zoeken op straat.

Op zo’n moment – dat ik iets mis – komt mijn vader weer even om de hoek kijken. Zijn mooie glasblauwe ogen kijken me even vragend aan, en waarschijnlijk zou hij me even in mijn knie knijpen, als hij er nog zou zijn. En dan – plotseling – vliegt hij weg in de vorm van een meeuw, steeds weer dat ene veertje achterlatend voor de momenten dat ik hem het meeste mis. Dat is troost. Dat is mijn lach en een traan. Opnieuw.

Dat is míjn sprookje…

#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag kies ik een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat daar een link achter naar je eigen blog zodat iedereen mee kan lezen.

Over touwtjes en sprookjes

Ik verbaas me een weinig over het onderwerp ’touwtje uit de voordeur’. Dat is op zich niet zo erg, ware het niet dat ikzelf ook niet gespeend ben van wat naïef idealisme van tijd tot tijd. Ik weet immers precies wat ik zou willen zien, maar ook wat er niet is, en wat niet meer zal zijn. Zelfs als atheïst geloof ik ook graag in sprookjes, en met mij miljarden niet-atheïsten die elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Op deze aardkloot wonen nu eenmaal mensen die van jongs af aan ingeprent worden, dat vertrouwen iets is wat je wel moet verdienen. En datzelfde vertrouwen is iets wat je bij voorbaat niet krijgt, omdat je zulke mooie blauwe ogen hebt.

Een touwtje uit de voordeur is dus een begrip dat realistisch gezien niet alleen in deze tijd of de nabije toekomst vrijwel onmogelijk is. Ik ben het in mijn jeugd zegge en schrijven misschien twee keer tegengekomen. En dat was alleen omdat die ouders hun kids een makkelijk rentree wilden bieden, waar ze overigens hard van terugkwamen. Zo’n periode duurde dus nooit erg lang. En ik vraag me nu dus af, of het werkelijk waar naïviteit of idealisme was. Mijn vriendjes en vriendinnetjes hadden immers van die overjarige hippies met veel relatieperikelen als ouders, die achteraf besloten dat geld verdienen uiteindelijk moest kunnen stroken met hun aanzienlijke wensen. En ik geloof ook niet, dat men werken zag als een plicht. Nee, dat deed je, om brood op de plank te krijgen. Dus ook die hippie-periode kende het einde, omdat men door het leven an sich een soort van realisme opbouwde. Zo gaat dat.

Zo gaat dat nog steeds in een wereld waar kids tegenwoordig worden opgevoed door hun opa’s en oma’s omdat een paar dagen crèche minder duur is en beide (wellicht meestal gescheiden) partners en ouders hard genoeg moeten werken om hun levensstijl rond te breien. Want alles moet kunnen tegenwoordig, en als je iets doet, dan beter direct ‘goed’ in plaats van ervoor te moeten sparen.

Het wordt tijd dat we inzien dat die sprookjes alleen door de wat harde realiteit kunnen bestaan…