Iedereen die ooit de Marathon Man heeft gezien weet waarom ik reeds sinds jonge leeftijd zo’n geweldige hartstocht (NOT) heb om ieder jaar trouw mijn halfjaarlijkse tandartsbeurten netjes te vervolmaken. Al wil ik dan graag geloven dat iedereen de tandarts liefst een peu/boel, mijdt. Vooraf bezoek ik meestal ook de mondhygiëniste, waardoor ik reeds vóór ik de tandartspraktijk instap weet dat ik geen gaatjes heb. Hoera ende hoezee!
Edoch, de laatste jaren is het absoluut hommeles geblazen met het oog op splijtende wortels en kiezen, die er dan vervolgens uit moeten. Ik mis al 3 kiezen, en de volgende dient zich nu ook aan. Dat kauwt niet langer fijn, kan ik je wel vertellen. In augustus mag ik me in een kaakchirurgenstoel settelen voor deze beurt. En innerlijk heb ik deze reeds ingeplande afspraak al 1.001 keer verzet, geannuleerd ofwel reeds achter me gelaten, dat is in mijn ietwat rijkelijk voorziene fantasie.
Aan mijn brein ontspruiten nu niet geringe levensvragen. Want mijn tandarts is beslist vooruitstrevend, of ambitieus zo je het noemen wil. Liefst wil ze ieder jaar mijn volledige ziekenfondsbudget opsouperen door steeds weer ludieke acties te bedenken, lees bijvoorbeeld door vullingen te vervangen dan wel mijn gebit te verfraaien. Mijn gedachte hierin is dat ik denk dat dat niet zo noodzakelijk hoeft. Ik bedoel hiermee te zeggen; waarom morren aan iets wat goed werkt? Maar eerlijk gezegd, weet ik niet precies of mijn angst voor de tandarts hier nu spreekt, of dat ik denk, ik wil hier weg. Nu meteen.
In de zeventiger jaren was mijn eerste dubieuze ervaring met de schooltandarts nou niet om over naar huis te schrijven. De schooltandartsen kwamen in een wit Volkswagenbusje voor school gereden, en bezochten steevast een van de lagere klassen, waaruit ze steeds een aantal kinderen oppikten. Die werden meegenomen, kan beter zeggen: ontvoerd, naar hun praktijk.
Toen ik zes was, mocht ik voor het eerst kennis met ze maken. De alarmbellen gingen al af, toen ik het lawaai van de tandartsboor vanuit de nabijgelegen praktijkruimte hoorde, terwijl ik in afwachting was van mijn beurt, daar in die wachtkamer. Even later werd ik bij de hand genomen, en in een soort van ligstoel gedrapeerd en vooral gemaand stil te blijven zitten. Onderin, links, werd een melkkies geboord en gevuld. Zonder verdoving.
Een week later ging die melkkies geheid ontsteken, en zat ik met een wang zo dik, dat mijn moeder dacht dat ik aan het hamsteren geslagen was. Niets van dat alles, na een check riep ze toch echt dat ik naar onze ‘eigen’ tandarts moest voor inspectie. En die zei tot mijn grote schrik dat de kies getrokken moest worden. Zelfs na twee verdovingen, werd de vurig ontstoken kies verwijderd, en bungelden mijn korte kinderbeentjes in de lucht van de heftige pijn die dat moment veroorzaakte.
Zo’n eerste nare ervaring met een tandarts, blijft beslist hangen. Het is soort van trauma, naar ik meen. En daarom meen ik, dat ik beslist een beetje wantrouwig ben richting zo’n tandenbeul. Natuurlijk willen zij jaarlijks mijn hele budget spenderen, maar ik zie die noodzaak dan weer niet. Echt niet. En ik wil toegeven, dat is beslist een infantiele reactie mijnerzijds. Want om met Loesje.nl te spreken: wat heb je aan een gebit waarin louter gaten opvallen, zodat je ineens niet meer durft te lachen?