Het grote leed dat Valentijnsdag heet

Image by Index Open/PT

Zowel opgelucht als blij ben ik dat ik het grote gevaar heb afgewend. Niet vanwege het feit dat men Valentijnsdag commercieel blijkt te noemen. Nee, louter wegens die onoverschatte vrijheid die ik reeds jaren in mijn bezit héb en dolgraag vast wíl houden.

Ik zal het niet hebben over die wat ergerlijke oudere buurman, reeds jaren getrouwd, die plots met me wil wandelen. Me om de haverklap schijnbaar zeer geïnteresseerde berichtjes stuurt, waardoor ik steeds de neiging krijg om naar een teiltje te grijpen. Wat bezielt zo’n vent?

En dan ineens overkomt me de neiging van het ‘niet-lief’-collectief. Ik ga me spontaan zeer chagrijnig en nukkig gedragen. Want ergens ben ik volledig losgeslagen van dat gecultiveerde begrip dat huisje-boompje-beestje behelst, of een nachtje losgaan op een reeds bezette man.

Omdat ik meen, dat ergens in de grijze oudheid er een vergissing is begaan. Denk aan religie. Denk Adam en Eva. En dat voor mij rare beginsel, dat men niet als compleet wordt gezien zónder vaste partner. En bovendien als mogelijk loslopende prooi die makkelijk te paaien lijkt.

Ik kan hier úren over uitweiden. Het wordt ons allemaal maar opgelegd, die opgeklopte relatie-toestanden. En dat vanuit oudsher. Ik weiger pertinent daaraan mee te doen. En naarmate ik steeds ouder word, raak ik daar steeds meer van overtuigd.

Want, ik heb mezelf lief. En dat is mijn grootste opgave en Kunst in dit leven. Dus schenk ik mijn hart uit zelfliefde nog maar eens vol.