Tig jaar geleden woonde ik nog naast mijn broer boven de zaak van mijn ouders. Het was in de tijd dat hij verkering kreeg met het zaterdaghulp-meisje van de slagerij aan de overkant. Die twee spanden echt de kroon.
Er werd namelijk kort na de aanvang van hun liaison aan mijn adres een pakketje geleverd in een grote envelop. Terwijl ik aan het werk was en me van geen kwaad bewust hebben ze met z’n tweeën het pakje staan bevoelen en kregen daar de wildste ideeën van. De inhoud ervan was immers zo’n twintig centimeter lang en kon best eens een vibrator zijn, dachten ze. Zo voelden ze. Daar hebben ze uren over gegiebeld en grapjes over gemaakt. Zuslief – ik dus – had vast en zeker behoefte aan buitenissige hulpmiddelen, want nog geen verkering aan ’t handje.
Toen ik thuiskwam lag het pakketje netjes in het trappenhuis op een trede. Boven aangekomen pakte ik het uit en glimlachte bij het zien van mijn kersverse paraplu met panterprintje. Plots stormde R. – mijn toenmalige aanstaande schoonzus – binnen en keek me aan. Keek naar de paraplu en de envelop die ogenschijnlijk leeg was achtergelaten op tafel. De teleurstelling droop van haar gezicht af.
“Een paraplu?” vroeg ze. “Je hebt een paraplu besteld?”
“Welnee!” antwoordde ik nuchter. “Die kreeg ik als verlaat cadeau bij een bestelling.”
Later – jaren later – hoorde ik van hun onovertroffen interesse in mijn pakje destijds. En voelde vervolgens iedere keer onderhuids een steek als ik buiten in de regen het ding opstak.
Het zal je gebeuren dat je vibrator uitklapbaar is.