#WOT deel 41: wachten

Volgens omdenken.nl is geduld in kalmte (W(ant)O(ne)O(f)T(hose) dus) accepteren dat dingen in een andere volgorde gebeuren dan je in gedachten had. Een analyse. Geduld is als het lot tart me. Kalmte is als dat imploderende kwartje dat never nooit niet valt. Accepteren, daar moet ik nog eens studie voor volgen. Ow, en trust me, dat wordt erger naarmate je ouder wordt, zegt deze jarige birthdaygirl, die inmiddels (Dank DrsPee, for the reminder) in haar vijftigste levensjaar zit.

Vaak wacht ik op iets. Zonder te denken aan flow. Zonder mezelf rekenschap te geven over andere mogelijkheden. Wie was het ook alweer die riep: ‘Life is what happens to you, while you’re busy making other plans‘ (~ John Lennon)?

Vaak weet ik ook dat dat wachten op iets geen zin heeft. Omdat het leven misschien toch andere dingen voor jou in petto heeft, die je zelf nooit voor mogelijk hield. Daarom ben ik achteraf vaak verbaasd. Ik verwonder me, vaker wel dan niet, op de dingen die me overkomen, die gebeuren, zonder dat ik daar zelf een hand in had.

Wachten ~ 1) Afwachten 2) Bevroeden 3) Bewaken 4) Beiden 5) Dralen 6) Darren 7) De kat uit de boom kijken 8) Ergens blijven tot iets komt 9) Hoeden 10) Marren 11) Meppen (crypt.) 12) Schilderen 13) Sarren 14) Tarten 15) Toeven 16) Tokken 17) Talmen 18) Tegemoet zien 19) Uitkijken 20) Verbeiden 21) Zwerven

Ik denk dus stiekem altijd dat het te maken heeft met je eigen grenzen. Grenzen die je zelf oeverloos bewaakt, totdat iets of die ander je noodzaakt ze te overschrijden. Opdat de verbazing en verwondering over je eigen kracht en triomfen jezelf als het ware kippenvel bezorgt. En dat je je dan plots herinnert dat dat geluk geen grote woning nodig heeft, louter die ene deur om naar binnen te kunnen komen.

#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verschijnt er een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat daar een link achter naar je eigen blog zodat iedereen mee kan lezen.

Wachten doe ik niet meer

Heb maar voor bitter weinig dingen geduld, behalve voor het ‘on hold’ zetten van mijn leven. Ik wacht altijd tot het geschikte moment daar is. Ik wacht op een vrijdag, voordat ik mag genieten van mijn vrije dagen: het weekeinde. Ik wacht totdat ik op mijn streefgewicht ben en zelf een beetje gelukkiger ben, voordat ik dan eindelijk ga zoeken naar een levenspartner. Mijn haar zit nooit echt goed genoeg, ik denk dat ik wacht op de volmaakte lengte.

Zo stel ik het leven – het échte léven – natuurlijk altijd een beetje uit.

Maar wanneer is dat dan? Wanneer mag dat leven dan eindelijk gaan beginnen?

Genieten doe ik wel, maar sta eigenlijk nooit al te lang stil bij die lichtpunten. Ik vergeet maar al te vaak, voor ik ga slapen, even stil te staan bij de voorgaande dag. Te benoemen wat er mooi was. Waar ik genoot. Wat de pluspunten waren.

Het is natuurlijk van de zotte, dat je altijd wacht op iets wat nóg béter wordt. Het leven wat ik leid, zou sowieso mooi genoeg moeten zijn, om ieder ogenblik even dat geluksmoment te proeven.

Proeven is dan ook een prachtig woord. Je moet het leven proeven. En plukken, dat is ook zo’n mooi woord. Misschien omdat ik nu diepzinniger over de betekenissen ervan nadenk. Misschien omdat ik ze nu beter begrijp.

Hoe komt het dat je na een bepaalde storm in je leven pas gaat inzien, dat die wolkenpartij boven je toch wel van het zeldzame soort pracht is? Dat je pas snapt, dat je eigenlijk elke paardenbloem wel zou willen plukken om de zaadjes ervan ongegeneerd weg te blazen. Als een kind, zo blij.

Ik neem me voor, elke morgen vroeg op te staan. Te genieten van de weldaad van de stilte, van het gelijktijdig wakkerder worden met het lichter worden daarbuiten. Elke ochtend beschrijf ik – in mijn dagboek – waarop ik niet langer kan wachten. Elk zonnestraaltje vat ik samen totdat ik als een blij ei dan eindelijk de dag aankan. Wat mij betreft: is het échte leven nu dan werkelijk begonnen, en ik kan niet meer wachten.