Wijds

Enigszins zwoel door de warmte van de zon vanachter het glas, kijk ik zwijgend in de verte naar de horizon. Vandaag heb ik gereisd. Het halve land door richting Gelderland. Zo kriskras door de Betuwe. Ditmaal had ik een doel maar de reis an sich maakt dat ik me plots een rijk mens waan.
Door de wijdse blikken en horizonten die ik te zien krijg – vergezeld van prachtige wolkenluchten die als een schilderij zo mooi zijn – wordt mijn blik danig verruimd. Want ineens zie je dan een of het perspectief in iets. Ineens word je geconfronteerd met hoe mooi een land kan zijn en die somtijds ergerlijke muizenissen maar onbelangrijk. Omdat datgene waar je over piekeren kan zo futiel is, dat het volstrekt teniet gedaan wordt door dat wijdse blikveld. Muizenissen vervagen. Die wijdse horizonten dwingen je daartoe.
Ergens diep binnenin me borrelen dan verhalen. Of het nu de mens betreft die op de snelweg met een rotgang voorbijzoeft of die koe of dat schaap in dat weiland. Ook zij kennen immers een verhaal. En die verhalen komen tijdens de reis luid bij me binnen. Heel luid.
Het is alsof een willekeurige gps me de richting wijst en mijn leven even in perspectief zet. Want altijd alleenzijn vergt soms dat je verdwaalt in je eigen somtijds kortzichtige blikken. Maar dan wil die lange omweg terug naar huis mijn dag meer dan goed maken. Hoera! Ik leef.